Overbieden op huurwoningen de nieuwe norm?!

Dat de woningmarkt overhit is zorgt er steeds vaker voor dat mensen die een huurwoning zoeken ook te maken krijgen met het “overbieden”. Zo vertelt Sybrand (makelaar en eigenaar van SYB Makelaardij): “Gisteren heb ik bijvoorbeeld een flink aantal voorstellen ontvangen, van voornamelijk Expats, die zeker meer dan 200 euro per maand extra willen betalen voor een huur appartement in Amsterdam.” En dat terwijl de maandelijkse huurprijs in principe gewoon vast stond. Of deze trend veroorzaakt wordt door te lage huurprijzen? Sybrand denkt vrijwel zeker van niet. “Deze Amsterdamse bovenwoning werd voor 1.800 euro per maand aangeboden, een woning op de derde en vierde verdieping, zonder buitenruimte en een woonoppervlakte van slechts 65 m2”.

Dat het overbieden op woningen een steeds groter probleem wordt, wordt ook bevestigd door eerdere berichten vanuit huurvereniging Woonbond. Woordvoerder Marcel Trip: “Sinds een jaar of twee krijgen wij vaker signalen binnen over het overbieden op huurwoningen. De huurwoning gaat naar de woningzoeker die de hoogste huurprijs biedt.” Dit is mogelijk omdat er binnen de vrije huursector een contractvrijheid geldt, wat betekent dat het de verhuurder en huurder vrijstaat om zelf een huurprijs overeen te komen. Vanwege de schaarse op de huurmarkt zijn huurders steeds vaker bereid om meer dan de vraagprijs van de makelaar te betalen.

Het vrije spel van vraag en aanbod is volgens de huurvereniging Woonbond echter niet het enige probleem van de prijsopdrijvende trends binnen de huurmarkt. Met de komst van veilingsites voor huurwoningen, zoals Rebid.nl, wordt volgens de Woonbond het opbieden gefaciliteerd. Of misschien nog wel erger: genormaliseerd. Op dit verhuurplatform kunnen huurders een vrij voorstel doen voor de huurprijs en kunnen ook elkaars voorstellen zien. En dat is precies hetgeen waar Marcel Trip (woordvoerder van Woonbond) zijn vraagtekens bij plaatst. “Het is transparant, maar die transparantie zorgt ook voor een prikkel om meer te bieden. En dat heeft natuurlijk ook een prijsopdrijvend effect op die manier.”

Voormalig minister van Binnenlandse Zaken, Ollongren, gaf vorig jaar al aan dat het tegen elkaar op laten bieden van huurders niet verboden is, maar absoluut niet wenselijk is. Zij gaf aan dat huurders wellicht onverantwoorde risico’s nemen bij het bepalen van hun huurprijs. Als het aan het kabinet ligt komt er een nieuw puntensysteem om huren tot 1.250 euro per maand niet meer over te laten aan het vrije spel van vraag en aanbod. De huidige krapte op de woningmarkt leidt, volgens De Jonge, tot oneerlijke praktijken waar mensen onder druk worden gezet en onzeker zijn over hun woonsituatie.

Zo’n 710.000 van de 3,1 miljoen huurders te weinig inkomen hebben om woonlasten en minimaal levensonderhoud te betalen? Dat staat in de nieuwe nota ‘Betaalbaar wonen’ van Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

De Jonge wilt vanaf 2024 de huurmarkt in de vrije sector, net zoals in de sociale huursector, gaan reguleren. In zijn nota ‘Betaalbaar wonen‘ stelt hij voor om een huurprijsbescherming in te voeren voor huren tot maximaal 1250 euro per maand. Deze huurprijsbescherming geldt momenteel alleen voor een bepaalde groep huurders, namelijk tot een huur van 763,46 euro. Door de huurprijsbescherming door te trekken naar huren tussen een (nog niet vast gesteld) bedrag van 1.000 tot maximaal 1.250 euro per maand, wilt het ministerie ook de middenhuur gaan reguleren.

Via een puntensysteem (de Huurprijscheck) wordt een puntenaantal voor een woning berekent. Het aantal punten bepaalt de maximale huurprijs van een woning. Deze Huurprijscheck is gebaseerd op de grootte van de woonruimte, het aantal kamers en de WOZ-waarde van de woning. Mocht de huurprijs te hoog zijn voor het aantal punten, dan kan de huurder naar de Huurcommissie stappen om een langere huur af te dwingen. Momenteel geldt deze Huurprijscheck nog niet voor huurwoningen in de vrije sector.